Ons hotel is in de Barrestraat, zijstraat van Kwaadham  op de kaart rechts van de Sint Baafskathedraal.

Vridagochtend de tassen afgeleverd bij de receptie, daarna de auto naar Gentbrugge bij Arsenaal gratis geparkeerd. Vandaar met tram 2 in zo'n 20 minuten teruggereden naar het centrum.

Het was zo'n 25 graden of hoger, dus korte broeken weer!!

Bataafs Kathedraal:  Transmarus, bisschop van Doornik en Noyon, zou op deze plaats in 942 een kerkje gewijd hebben aan de heilige Johannes de Doper. Hierop volgde midden 12de eeuw een romaanse kerk waarvan de bezoekers nog sporen kunnen terugvinden in de met muurschilderingen versierde crypte.

in de loop van de 15e en 16e eeuw omgebouwd in de gotische stijl.

In 1536 werd op bevel van keizer Karel V de eeuwenoude Sint- Baafsabdij opgeheven. Het merendeel van de abdij werd na de Gentse opstand in 1540 gesloopt en omgebouwd tot kazerne. De abt en monniken van deze abdij werden geseculariseerd en kregen de titel van kanunnik. Hun kapittel ging over naar de Sint Janskerk die vanaf dan Sint Baafskerk werd genoemd.

Belfort: Men begon waarschijnlijk te bouwen aan het belfort voor 1313.

In 1323 waren reeds vier (van de 6) bouwlagen klaar. Tussen 1377 en 1380 werd een voorlopige houten torenbekroning opgetrokken. Daarop werd de legendarische 'Draak van Gent' gehesen.

De volgende eeuwen werd de torenspits herhaaldelijk aangepast.

De Sint-Niklaaskerk is uit de 13e eeuw gelegen

aan de Korenmarkt, het is gewijd aan Nicolaas van Myra. Uniek is de vieringtoren, meer specifiek een lantaarntoren, de luchtbogen van het hoofdkoor. De toren heeft een hoogte van 76 meter.

Geeraard de Duivelsteen: Het steen speelde een belangrijke rol bij de verdediging van de Portus aan de Reep, een handelsnederzetting die aan de wieg stond van het ontstaan van Gent.

Het is een voormalig gotischsteen (stenen huis van een edelman) uit de 13e eeuw, genoemd naar ridder Geeraard van Gent, bijgenaamd Geeraard de Duivel. Hij was de derde zoon van een burggraaf van Gent, Zeger III.

Gebroeders Hubert en Jan van Eyck waren beroemde schilders uit de 14e eeuw in Gent (o.a. het Lam Gods).

Twee avonden op het terras Bar-Baer geweest, een bruine kroeg was wel gezellig.

Zaterdagochtend met een bootje gevaren,(er mogen 74 personen erop, maar dan zit je gruwelijk krap) ongeveer 40 minuten over o.a. de Leie en de Schelde. 

In de ochtenden valt het wel mee, maar 's middags is het veel drukker in de oude stad.

Ergens moet er een groot Begijnhof zijn, maar deze staat niet op de plattegrond, Naar rechts onder de spoorlijn gegaan en daar ergens gevraagd en soms een aanduiding gezien. Het is inderdaad een groot oppervlakte met vele kleine huisjes die ook nog bewoond zijn.

Bij naar buitengaan via een andere poort, zijn ze de beschilderingen aan het restaureren.

Nog even luchen op de vrijdagmarkt (kip en kibbeling) en daarna met de tram naar het Arsenaal waar de auto staat geparkeerd.

Herken niets en zie ook Arsenaal niet opdoemen, dus naar de bestuurder, helaas rijden wij de verkeerde kant op hij moest lachen en mogen blijven zitten.

Duurde nog 15 minuten voordat de tram weer reed en 30 minuten later zijn wij weer in het centrum. 

Blijven zitten en een kwartiertje later wenkt hij om uit te stappen, nog een stukje lopen en zijn er.

Bij Antwerpen was het weer flink file.

Onderweg nog even bij de Mac in Udenhout wat gegeten en waren rond 7 uur weer thuis.